Hoe moet het verder na BEN?
Tegen 2021 moet elke nieuwbouwwoning in Vlaanderen bijna-energieneutraal (BEN) zijn. Maar hoe moet het daarna verder? Wouter Hilderson van Pixii, het kennisplatform rond energieneutraal bouwen, blikt vooruit.
De bekendste weerman van het land - Frank Deboosere - blijft erop hameren: "Het is vijf voor twaalf. 2017 was een jaar van pieken voor het klimaat. Het jaar stond in de top drie van warmste jaren ooit en de concentratie aan broeikasgassen was nog nooit zo hoog. En daar zit de mens zeker voor iets tussen." Met andere woorden: de klimaatopwarming wacht niet totdat wij met z'n allen nieuwe regels en wetten hebben gestemd over de BEN-opvolger. De échte vraag is dan ook: "Waar moeten we vandaag nog mee starten?".
Wij hebben als samenleving grote nood aan een visie die alle betrokkenen verbindt. Dit impliceert dat iedereen zich daadwerkelijk zal moeten engageren voor duurzaamheid en energie: de overheid, de ondernemingen, de werknemersorganisaties, de milieubewegingen ... en ook de burgers.
Iedereen mee het bad in!
Voor het terugdringen van de CO2-uitstoot en het fijn stof moet iedereen mee het bad in! We zullen allemaal bijvoorbeeld ons woon-werkverkeer moeten aanpassen, houtkachels en open haarden afzweren, en onze centrale verwarming thuis vervangen door een warmtepomp of nog beter een aansluiting op een warmtenet. Het is dus hoogtijd om de milieu-impact in rekening te brengen. Het is hoogtijd dat we zorgzamer omspringen met onze natuurlijke rijkdommen en levensruimte.
Maar wat betekent dit nu voor de (ver)bouwer?
De C02-uitstoot moet zoals gezegd drastisch naar omlaag. Vanuit de Europese overheid worden almaar strengere klimaatnormen opgesteld, met als deadlines 2020, 2030 en 2050. Laat het gebouwenpark nu net een van de grootste CO2-vervuilers zijn. Tegen 2020 moet de CO2-uitstoot met 20% naar beneden in vergelijking met 1990. In 2050 is dat zelfs 80 tot 95%. Nog een lange weg te gaan... Ons bouwlandschap is de laatste tien à vijftien jaar dan ook stevig door elkaar geschud. Termen als passief, bijna-energieneutraal (BEN), lage energie en energiepositief deden hun intrede als vrijwillig of wetgevend antwoord op de uitdagingen.
Vandaag weet jij als bouwer of verbouwer dan ook waar je aan toe bent. Vanaf 2021 moet elke nieuwbouwwoning in België BEN zijn, terwijl het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op de passiefstandaard focust. Daarnaast introduceerde het Vlaams Energieagentschap dit jaar het S-peil, waardoor isoleren en zonwering een stuk meer doorgedreven moeten worden, toch zeker voor grote vrijstaande villa’s. Waar deze vroeger werden bevoordeeld door het K-peil, is dat nu gecorrigeerd. Wie in de toekomst een riante villa wil bouwen, zal dus een extra energetisch tandje moeten bijsteken. En ook voor renovatie zijn er duidelijke doelstellingen. Daar is de horizon 2050, en het doel een E-peil van 60 of een EPC van 100. En ook hier wordt er gewerkt aan een verbeterde rekenmethode met EPC+.
En wat nu? Anticipeer!
En dus: Anticipeer! Eigenlijk moet je in de mate van het mogelijke vooruitlopen op de BEN-eisen. Hoe je dat doet? Focus eerst op maatregelen die heel lang meegaan. Een energiezuinige woning is een combinatie van een zo optimaal mogelijke bouwschil en daarnaast zeer efficiënte installaties. Je bouwschil gaat gemakkelijk 70 à 80 jaar mee, dus in principe raak je hier nooit meer aan. Hier maak je al meteen heel wat verschil door doorgedreven te isoleren. Combineer dit met een afgiftesysteem op lage temperatuur zoals bijvoorbeeld vloerverwarming, en je bent al op de goede weg. Met bijvoorbeeld energiezuinige ventilatie, een betere luchtdichtheid of door te zorgen voor optimale zonnewinsten is nog heel wat bijkomende verbetering mogelijk. Voor renovatie is het enerzijds moeilijker om alles te kunnen isoleren, maar dat maakt het anderzijds des te belangrijker dat je die zaken die je wel kan aanpakken, ook echt goed aanpakt. Want ook hier is de doelstelling op lange termijn streng en ambitieus.
Wat brengt de toekomst nog meer?
Een eerste grote uitdaging van de toekomst? Het afstappen van fossiele brandstoffen. Om ons te verwarmen en verplaatsen zullen we vooral elektriciteit gebruiken! De vraag naar elektriciteit zal sterk stijgen, en die zal hernieuwbaar worden opgewekt. De grootste bronnen hiervoor zijn zon en wind, en die zijn allebei heel variabel. Dus het wordt zaak om de pieken in productie goed te koppelen aan ons eigen verbruik, wat ook piekt. Hiervoor zijn de digitale meters een eerste aanzet omdat daarmee heel wat slimme oplossingen kunnen worden ontwikkeld. Zo zouden bijvoorbeeld de vaatwasser en het wasmachine zichzelf kunnen aanzetten wanneer er weinig verbruik is en veel productie.
Daarnaast wordt opslag heel belangrijk – denk ook aan de batterijen in al die toekomstige elektrische wagens. En opnieuw is goed isoleren belangrijk. In de winter is elektriciteit immers schaarser, dus het is logisch om dan de vraag naar energie voor verwarming - die via de warmtepomp ook elektrisch zal zijn - te beperken. We zullen meer zelf elektriciteit produceren met eigen PV-panelen, en zullen dat steeds meer onderling gekoppeld doen via wat we vandaag ‘local energy communities’ noemen: lokale groepen die samen energie produceren en zelf verbruiken, en het overschot gezamenlijk verkopen. Hierrond zal zeker nog heel wat wetgeving moeten worden ontwikkeld.
Circulair bouwen
Een tweede grote uitdaging in de toekomst is materiaalgebruik. In tegenstelling tot energie, die eigenlijk overvloedig aanwezig is in de vorm van al dat zonlicht dat op onze aarde valt, zijn materiaalbronnen eindig. En dat einde komt stilaan in zicht. En dat zal in de toekomst twee grote gevolgen hebben: grondstoffen worden in de toekomst duurder, en afval storten wordt in de toekomst ook duurder. Recyclage en hergebruik van materialen wordt heel belangrijk. Vandaar dat meer en meer wordt ‘circulair bouwen’ en ‘circulaire economie’, waarbij materialen worden hergebruikt zonder waardeverlies, het debat bepalen.
Dit zijn allemaal elementen die we in de toekomst best mee incalculeren. En ook als staat dit nog niet in wetteksten, toch denken we vandaag best al holistisch. Daarbij moeten we de grootste collectieve uitdaging waarmee de mensheid vandaag geconfronteerd wordt - de klimaatverandering - zien als de grootste kans voor een duurzame toekomst!