Een luchtdichte gebouwschil zonder koudebruggen
In passiefbouw is luchtdichtheid een basisvoorwaarde. Wanneer lucht uit het gebouw lekt, gaat er ook thermische energie verloren. Weglekkende lucht kan bovendien vocht achterlaten in de constructie, met mogelijk negatieve gevolgen voor de kwaliteit van de materialen.
De luchtdichte gebouwschil moet het gebouw volledig omvatten zonder enige onderbreking. Al tijdens het ontwerp moet voor alle bouwdetails worden bepaald hoe de luchtdichtheid kan worden gegarandeerd.
Geen luchtlekken
Met een luchtdichte bouwschil kan de warmte niet wegstromen (convectie) uit het gebouw. Zelfs via een klein luchtlek is het energieverlies zeer groot. Daarom zijn in passiefbouw vakmanschap en precisie van het grootste belang. Luchtdichtheid kan worden bereikt met bepleistering, folies, diverse soorten platen (OSB, multiplex ...), afdichtingstapes, vloeibare luchtdichtingslagen en luchtdichtingskits.
De luchtdoorlatendheid moet kleiner of gelijk zijn aan 0,6h-1 (volumewisselingen per uur) bij 50 Pa (volgens de NBN EN 13829-norm). Om deze waarde te behalen mag de lekoppervlakte niet groter zijn dan de oppervlakte van een muntstuk van 10 eurocent over 5 m2. Studies hebben aangetoond dat zelfs kleine doorboringen van 1 mm diameter van de luchtdichte laag de thermische prestaties aanzienlijk reduceren. Dit wordt soms onderschat in de bouwwereld en is de reden waarom passiefgebouwen energetisch excellente prestaties leveren. Gewoon isolatie plaatsen is onvoldoende om de gewenste prestatieniveaus te halen: de isolatielagen moeten aan de buitenzijde winddicht en aan de binnenzijde lucht- en dampremmend afgeschermd worden.
Neem een kijkje bij onze leden! Veel van onze leden hebben ook een diepgaande expertise in de andere facetten van passiefbouw.
Akoestisch comfort
Een luchtdichte afwerking van de gebouwschil heeft als extra voordeel dat ook het akoestisch comfort erop vooruitgaat indien er voldoende massa aanwezig is (bv. massieve muur). De geluidsgolven kunnen niet meer binnendringen. Het stiltegevoel is een van de opvallendste kenmerken voor wie een passiefwoning bezoekt en draagt veel bij aan het wooncomfort.
Geen koudebruggen in passiefbouw
Thermische bruggen, ook koudebruggen of bouwknopen genaamd, zijn plekken in de bouwschil waar makkelijker energetische verliezen kunnen optreden. Een vensterbank van keramisch materiaal die van buiten naar binnen doorloopt, geleidt ook de warmte naar buiten of binnen. Hetzelfde geldt voor hoeken van gebouwen, dak- en plafondaansluitingen, enzovoorts. Thermische energie kan zich op deze punten veel sneller verplaatsen.
Waar mogelijk moeten koudebruggen worden vermeden, wat bij nieuwbouw al kan worden voorzien in de ontwerpfase. Voor de renovatiemarkt kunnen koudebruggen een hele uitdaging betekenen, maar mits creativiteit en pragmatisme is het eveneens mogelijk hier excellente resultaten te halen.
Luchtdicht of dampdicht?
Luchtdichtheid is niet hetzelfde als dampdichtheid. Een materiaal dat dampdicht is, is altijd luchtdicht. Een materiaal dat luchtdicht is, kan dampopen of dampdicht zijn.
Dampdichtheid is de mate waarin een materiaal weerstand biedt aan de indringing van (water)damp. Het is mogelijk te bouwen volgens de passiefstandaard met dampopen en dampdichte materialen.
Dampopen materialen kunnen ondoordringbaar zijn voor een luchtstroom als geheel, maar toch toelaten dat gassen (dampen) door het materiaal migreren door diffusie ten gevolge van een verschil in (water)dampdruk binnen en buiten.
De meeste materialen zijn in meer of mindere mate dampopen of dampremmend. Slechts enkele materialen zoals glas en aluminium zijn dampdicht. Belangrijk is dat vocht zich niet ophoopt in de constructie, waar het schimmels, vocht- en gezondheidsproblemen kan veroorzaken. Daarom wordt gewerkt met dampopen materialen aan de buitenzijde van een gebouw en meer dampdichte materialen aan de binnenzijde.
Pressurisatie- of blowerdoortest
Om zeker te zijn van een hoogwaardige luchtdichtheid, kunnen bouwprofessionals een blowerdoortest laten uitvoeren. Dit is een verplichting om een passiefgebouw te laten certificeren. In een deuropening wordt dan een ventilator geplaatst en onder onder- en overdruk gemeten hoeveel lucht nog wegstroomt. Het is aanbevolen een tussentijdse test vroeg in het bouwproces uit te voeren om zo eventuele lekken te detecteren en beter af te dichten.
Neem contact met ons op, we helpen je graag verder.