"Onze focus ligt op materiaalimpact en demonteerbaar bouwen"
Circulariteit krijgt binnen bouwbedrijf en Pixii-lid Democo een steeds belangrijker plaats in de bouwprocessen. Ingenieur-architect Martha Vandermaesen, adviseur circulaire economie bij Democo, geeft tekst en uitleg.
Je bent adviseur circulaire economie bij een grote bouwonderneming. Hoe vul je die functie in?
MV: Ik ben bij Democo begonnen in 2020 als adviseur circulaire economie, toen een nieuwe functie binnen het bedrijf. Hoe kunnen we circulair bouwen omzetten in de praktijk? Die vraag beantwoorden was een zoektocht. We moesten een circulaire strategie uittekenen en implementeren.
Hoe kunnen we circulair bouwen omzetten in de praktijk?
Belangrijk gegeven daarin was dat we ons sterk richten op publiek-private samenwerkingen, dikwijls met een design & build- of bouwteamopzet. Indien circulariteit niet is meegenomen in de aanbesteding ben je beperkt tot het voorstellen van varianten. Dergelijke geïntegreerde projecten bieden meer kansen om vanaf het ontwerp een duurzame circulaire aanpak te introduceren. Je hebt dan samen met architecten en ingenieurs alle facetten in handen, dus de keuze van het ontwerp, de materialen, de demonteerbaarheid enzovoorts. Dan bekijken we met heel het team hoe we circulariteit inbedden in het ontwerpproces.
Wat gebeurt er nu al in de praktijk?
MV: In 2021 zijn we concreet beginnen inzetten op het hergebruik van bouwmaterialen. We willen dit op de lange termijn inbedden in onze standaard praktijk. Onze eerste twee ervaringen zijn de projecten Belliard en Jules Bordet. Belliard was sloop en heropbouw van kantoor tot kantoor, Jules Bordet is een renovatie van kantoor tot woningen. Dit zijn renovaties gegund via klassieke aanbestedingen met een beperkt bouwteam. In de gebouwen waren nog vrij veel materialen aanwezig. In beide projecten hebben we gezocht naar externe afnemers voor hergebruik van aanwezige materialen. Het is een intensief traject om externe afnemers te vinden, alles zit nog in de beginfase. Maar dit is een leerproces, wij leren door te doen.
Hoe ervaar je de prille marktwerking in circulaire bouwmaterialen?
MV: Ik denk dat we niet enkel moeten zoeken naar afnemers van deze materialen, maar zelf ook durven bouwen met hergebruikte bouwmaterialen. De hergebruikmarkt is een markt waar een interessante balans moet ontstaan tussen een vraaggestuurde en aanbodgestuurde werking.
Wij geloven dat enkele standaardmaterialen steeds te vinden zullen zijn op de sloopmarkt. In overleg met verschillende sloopbedrijven zoeken wij naar materialen die potentieel hebben in onze projecten. In samenspraak met het bouwteam ontwerpen wij op basis hiervan onze projecten vanaf de start, zodat deze materialen een plaats kunnen krijgen in het project.
Zo hebben wij recent een design & build-renovatieproject gewonnen van 7.000 m2, waarbij we ingeschreven hebben met 380 ton inkomende hergebruikte bouwmaterialen. Een bouwaanvraag in Brussel duurt ongeveer een jaar. Dat geeft ons één jaar de tijd om materialen te vinden en hun hergebruikgeschiktheid te garanderen.
Jullie bouwen het Stadsatelier de Ville, een circulaire hub.
MV: Samen met BC-materials bouwen we een circulaire hub - Stadsatelier de Ville - op de terreinen van de Haven van Brussel, vlak naast de site Tour & Taxis. Dit wordt een logistiek centrum voor productie en distributie van circulaire bouwmaterialen en onderzoek ernaar. Verschillende Brusselse spelers zoals BC materials, Sonian Wood Coop, Circular CLT (Ney Wow), en Tournevie zullen zich vestigen op de site. Democo zelf zal een depot voor het hergebruik van bouwmaterialen organiseren op de site.
Via een architectuurwedstrijd in samenwerking met de BMA, de bouwmeester/maître-architecte, werd een architectenteam geselecteerd waarmee we de komende maanden het project vorm zullen geven: Schenk Hattori + Babini Geysen.
Waar leggen jullie de lat voor dit circulair gebouw?
MV: We willen ons als team uitdagen en een gebouw neerzetten met een zeer lage milieu-impact. Dit zowel tijdens de gebruiksfase als wat betreft de impact van de productie van de materialen. En dit tegen een competitieve prijs, zodat de gebruikte principes reproduceerbaar zijn in andere projecten. We voeren momenteel een studie uit om te definiëren wat deze materiaalgebonden uitstoot maximaal mag zijn. Dit zal zich uitdrukken in een maximaal aantal uit te stoten kg CO2e/gebouwde m2. Ontwerpkeuzes zullen via LCA’s afgetoetst worden aan deze doelstelling. Qua materialengebruik geven we in de eerste plaats voorkeur aan wat er al bestaat. Wanneer materialen niet gevonden kunnen worden via hergebruikkanalen, kijken we in de tweede plaats naar hernieuwbare bronnen of ongebakken minerale producten.
We willen ons als team uitdagen en een gebouw neerzetten met een zeer lage milieu-impact. Dit zowel tijdens de gebruiksfase als wat betreft de impact van de productie van de materialen. En dit tegen een competitieve prijs, zodat de gebruikte principes reproduceerbaar zijn in andere projecten.
Een andere interessante randvoorwaarde van de ontwerpopdracht: de grond blijft steeds eigendom van de Haven van Brussel. Dus we huren de grond waarop het vastgoed gebouwd wordt. De idee is dat het gebouw na dertig jaar uit elkaar kan worden gehaald met waardebehoud van de materialen.
Jullie circulaire focus lijkt in het Brussels Gewest te liggen.
MV: Dat is geen toeval. De Brusselse overheid zet hard in op circulariteit. We merken dat bij recente aanbestedingen steeds meer circulaire eisen worden opgenomen. We zien het gewest als een proeftuin waarin we ervaring kunnen opdoen die we later kunnen toepassen in onze vestigingen in Vlaanderen.
Wat met digitalisering, materiaal- en elementpaspoorten?
MV: Digitalisering en circulaire ID's staan bij ons nog niet hoog op de agenda. Wij zijn op dit gebied geïnteresseerd in de marktontwikkelingen wat betreft materiaal- en elementpaspoorten, maar we nemen geen pioniersrol in. In de diverse initiatieven en zienswijzen moet er eerst een rode draad komen. Onze focus ligt op materiaalimpact en demonteerbaar bouwen. Een goed 'as built'-dossier is natuurlijk een noodzaak, zodat geen kennis over de materialen verloren raakt. Ideaal lijkt me dat deze materiaalidentificatie in een BIM-model zit en dat die later toegankelijk kan worden gemaakt.
Welke tools gebruiken jullie om milieu-impact te berekenen?
MV: Wij maken gebruik van Totem. Het is een gratis, onafhankelijke tool die door alle gewesten wordt ondersteund en van de overheid afkomstig is. Totem is nog volop in ontwikkeling maar lijkt ons aangewezen om embodied carbon te evalueren. Daarnaast gebruiken we ook LCA One Click.
©2023 Pixii - Het algemeen auteursrecht is van toepassing op bovenstaand materiaal. Gelieve ons te contacteren indien je onderstaand materiaal wil overnemen buiten de gebruikelijke citatie met bronvermelding.