Men maakt het de warmtepomp warm onder de voeten, maar met welke argumenten?
Recentelijk zien we steeds meer berichten verschijnen dat de verkoop van warmtepompen inzakt. "Maar een kwart van de nieuwe woningen krijgt een warmtepomp", schreef De Tijd (4 november 2023), en bij grootschalige renovatieprojecten ligt dat cijfer nog lager. De argumenten om warmtepompen alle kansen te geven zijn nochtans onweerlegbaar. Door te denken op de korte termijn wordt het rendement van warmtepompen op de lange termijn uit het oog verloren.
Transitie gaat door
Vlaanderen blijft grote stappen zetten om het gasverbruik terug te dringen. Dit is geen halfslachtig, heet hangijzer dat in het kader van de verkiezingen wordt opgeworpen. Vanuit Europa is de afbouw van het gasnet een zekerheid. Er worden enorme investeringen gepland om in België en Vlaanderen die transitie te maken. We stevenen noodgedwongen af op een ontmanteling van het gasnetwerk zoals we het nu kennen.
Via de EPB-richtlijn zal Europa de lidstaten binnenkort verplichten om een tijdpad voor ontmanteling vast te leggen, uiterlijk tegen 2035 (of 2040 voor regio's waar het moeilijk wordt, zoals Vlaanderen met zijn oude gebouwen en verspreide bebouwing).
Wegens te duur, te laat, te inefficiënt of te weinig beschikbaar maken alternatieve gassen zoals waterstof, biogas of synthetisch gas weinig tot geen kans om door de huidige gasinfrastructuur (60.000 km in Vlaanderen) te stromen. De alternatieven om in ruimteverwarming en sanitair warm water te voorzien, met op de eerste plaats warmtepompen aangedreven door CO2-vrij geproduceerde elektriciteit, zijn niet evident, maar daarom niet minder nodig.
Een aanpak ontwikkelen, wijk per wijk, waar men voor iedereen vervolgoplossingen vastlegt of een duurzame keuze kan aanbieden, is essentieel. Dat zijn beslissingen waarin de buurt, wijk of gemeente ook opnieuw de burger kan betrekken, zodat die geïnformeerd is en zich betrokken voelt. Op die manier schept men duidelijkheid naar de inwoners, bedrijven en diensten die zich daar vestigen en kunnen renovatiemasterplannen en verbouwkeuzes gefundeerd worden.
Wie betaalt het gelag?
De laatste verbruikers die op het gasnet zitten (wellicht de kansarme groepen) dreigen namelijk met grote abonnementskosten opgezadeld te worden. In Vlaanderen zal de omslag bijzonder snel en bruut gaan. Fluvius was tot 2017 verplicht om iedereen die het wilde op het gas aan te sluiten, en vanaf 2025 wordt er een verbod ingesteld om nieuwbouwprojecten nog aan te sluiten.
Nog tot 2027 zijn de investeringen (omwille van de uitrol van de slimme gasmeters) bij Fluvius hoger dan de afschrijvingen, dan kantelt het snel helemaal. Over de kostprijs discussiëren kan iedereen, maar over het nut, dat lijkt een brug te ver.
Verschuiving accijnzen naar gas
Daarnaast zijn er een aantal wijzigingen die de verdere afbouw van het net zullen faciliteren: in 2027 wordt het vernieuwd emissiehandelsysteem voor fossiele brandstoffen in de gebouwen- en transportsector ingevoerd, waardoor gas duurder zal worden en er middelen vrijkomen om bijvoorbeeld kwetsbare huishoudens richting fossielvrij verwarmen te helpen. Ook de befaamde (of beruchte) groenestroomcertificaten zullen steeds minder op de elektriciteitsrekening wegen. Daarnaast is er het federaal plan om de accijnzen van elektriciteit te wijzigen in de periode 2028-2032: een stapsgewijze verschuiving van 50% naar de gasfactuur.
Nu nog investeren in een technologie waarvan we weten dat ze op korte termijn duurder zal worden in gebruik, en waarvan de bevoorrading op afzienbare tijd misschien niet verzekerd is? Kort gezegd: het zou kortzichtig zijn de rol en voordelen van warmtepompen te onderschatten.