Certificatie voor passiefbouw

De certificaten of labels en hun criteria gelden zowel op het niveau van de individuele woonentiteit als op gebouw- én wijkniveau! Merk ook op dat de drie labels zowel van toepassing zijn op residentiële als niet-residentiële projecten.

Passief

De hoogste garantie voor een project met minimaal energieverbruik en maximaal comfort

  1. Netto-energiebehoefte voor verwarming ≤ 15 kWh/m².jaar
  2. Netto-energiebehoefte voor koeling  ≤ 15 kWh/m².jaar
  3. Luchtdichtheidstest n50 ≤ 0,6 h-1
  4. Kans op temperatuuroverschrijdingen boven 25° C ≤ 5%
  5. Nieuw - Hernieuwbaar primair energieverbruik ≤ 60 kWh/m²jaar

Plus

Plus bouwt verder op passief, beperkt het verbruik en vereist energieproductie.

  1. Netto-energiebehoefte voor verwarming ≤ 15 kWh/m².jaar
  2. Netto-energiebehoefte voor koeling  ≤ 15 kWh/m².jaar
  3. Luchtdichtheidstest n50 ≤ 0,6 h-1
  4. Kans op temperatuuroverschrijdingen boven 25° C ≤ 5%
  5. Nieuw - Hernieuwbaar primair energieverbruik ≤ 45 kWh per m² geconditioneerde vloeroppervlakte per jaar
  6. Nieuw - Productie van hernieuwbare energie ≥ 60 kWh per m² geprojecteerde grondoppervlakte
     

Premium

Premium zet de stap verder naar het ultieme doel: minimaal energieverbruik, maximaal comfort én maximale zelfvoorziening.

  1. Netto-energiebehoefte voor verwarming ≤ 15 kWh/m².jaar
  2. Netto-energiebehoefte voor koeling  ≤ 15 kWh/m².jaar
  3. Luchtdichtheidstest n50 ≤ 0,6 h-1
  4. Kans op temperatuuroverschrijdingen boven 25° C ≤ 5%
  5. Nieuw - Hernieuwbaar primair energieverbruik ≤ 30 kWh per m² geconditioneerde vloeroppervlakte per jaar
  6. Nieuw - Productie van hernieuwbare energie ≥ 120 kWh per m² geprojecteerde grondoppervlakte
     

Criteria residentiële projecten op gebouwniveau

  • Er zijn twee opties voor de berekening op gebouwniveau:
    • Is er één globale PHPP-berekening dan gelden hiervoor de certificatiecriteria conform het vademecum.
    • Is er een opdeling van de PHPP-berekeningen, bijvoorbeeld per systeemtype, dan gelden de certificatiecriteria conform het vademecum voor het geheel. Netto-energiebehoefte en primair verbruik worden uitgemiddeld op basis van de energetische referentieoppervlakte \( A_{E,ref \cdot} \)
  • Luchtdichtheidstest:
    • Elk voor de luchtdichtheid apart te testen volume moet voldoen aan \( n50≤0,6^{h-1}\).
    • Bij weging van verschillende luchtdichtheidstesten voor éénzelfde PHPP-berekening, wordt een globale, volumegewogen n50-waarde bepaald voor de berekening van netto energiebehoefte en primair verbruik.
  • De oververhittingsindicator moet voor elke individuele EPW-eenheid onder de geldende EPB-drempelwaarde blijven.

Aandachtspunten bij de berekening

  • Gemeenschappelijke circulatieruimtes (trappen/liften/…) tussen de verschillende wooneenheden:
    • de vloeroppervlakte van deze circulatieruimtes wordt niet meegenomen  in de bepaling van de energetische referentieoppervlakte \( A_{E,ref \cdot} \) . Ook de scheidingsmuren tussen de wooneenheden onderling en tussen de wooneenheden en de gemeenschappelijke circulatieruimtes worden niet meegenomen in deze referentieoppervlakte.
    • de warmteverliesoppervlaktes van de gemeenschappelijke circulatieruimtes worden wel in rekening gebracht - dus ook de oppervlaktes van een lift- of trappenkoker naar een ondergrondse parking bijvoorbeeld.
  • Voor projecten die doorgerekend worden met PHPP9 of recenter:
    • De interne warmtelast wordt berekend als \( 50*n+2,1*A_{E,ref \cdot} \) waarbij
      • n = aantal woonentiteiten
      • \( A_{E,ref \cdot} \) = de totale energetische referentieoppervlakte
    • De ventilatiedebieten worden appartement per appartement bepaald en vervolgens samengeteld (bij toepassing van de normale formule voor één woonentiteit op het volledige gebouwniveau wordt immers een onderschatting gemaakt van de ventilatieverliezen).

Meer info?

Heb je vragen of ben je op zoek naar meer informatie over de nieuwe labels?

Meer informatie vind je in deze teksten, of contacteer ons op info@pixii.be: